Neen, MS is niet erfelijk zoals dat klassiek begrepen wordt. Het is niet zo dat als jij de ziekte hebt, je kinderen sowieso de ziekte ook zullen krijgen.  

Ja, MS heeft een erfelijke factor. Ongeveer 15% van de personen met MS heeft een familielid met de ziekte. Kinderen van personen met MS hebben ongeveer 4 keer meer kans op het ontwikkelen van MS. Broers en zussen van patiënten hebben dan weer een zeven keer hogere kans om zelf MS te krijgen. Toch is het uitzonderlijk dat meerdere familieleden (meer dan drie of vier) tegelijkertijd getroffen zijn. Het erfelijke risico wordt veroorzaakt door veel verschillende genetische factoren die elk maar een klein beetje bijdragen. Samen bepalen ze iemands totale kwetsbaarheid. Hierdoor heeft iedereen in zekere mate een risico op MS. 

DNA

Vanuit dat opzicht is MS een erg complexe ziekte. Zo weten we nog steeds niet waarom iemand MS krijgt. We weten wel dat het risico op het ontwikkelen van MS bepaald wordt door een erg ingewikkelde wisselwerking tussen enerzijds genetische factoren en anderzijds ook omgevingsfactoren (zoals bijvoorbeeld roken, overgewicht, vitamine D). Er is ook niet zoiets als één gen (stukje van het DNA dat erfelijke informatie bevat) dat bepaalt of je MS zal krijgen of niet. Er zijn in totaal al meer dan 236 genetische risicofactoren bekend. We zeggen daarom dat MS een polygenetische aandoening is. De vele genetische varianten zullen gezamenlijk bijdragen aan het risico op het ontwikkelen van de ziekte.  

Eén van de meest interessante stukken in ons genetisch materiaal is dat deel dat verantwoordelijk is voor de MHC-regio. Dit staat voor major histocompatibility complex. Het is een stukje genetisch materiaal of DNA dat instructies bevat voor het maken van eiwitten die het afweersysteem helpen te beslissen wat “eigen aan ons lichaam” en wat “vreemd” is. Normaal gesproken laat het MHC alleen stukjes van virussen of bacteriën zien aan het afweersysteem, zodat die aangevallen kunnen worden. Bij sommige mensen met MS werkt dit systeem niet goed. Eén bepaalde variant van het MHC (HLA-DRB1*15:01) zorgt ervoor dat ook stukjes van het eigen lichaam – vooral myeline (de beschermlaag rondom de zenuwen) – als “vreemd” kunnen worden gezien. Het gevolg hiervan is dat het afweersysteem per ongeluk de eigen zenuwen kan aanvallen. Dit veroorzaakt ontstekingen, schade aan de myeline, en uiteindelijk de klachten van MS.

Variaties in de code voor het MHC-complex vormen dan ook één van de  belangrijkste erfelijke factoren die bepalen of iemand meer kans heeft om MS te ontwikkelen. Wanneer iemand meerdere van deze genetische risicovarianten heeft, heeft die persoon ook een hogere kans om de ziekte op een jongere leeftijd te ontwikkelen. Het wetenschappelijk onderzoek in verband met de genetica van MS houdt zich vooral bezig met het verder in kaart brengen van de verschillende genetische risicovarianten.

Conclusie?

Samengevat kunnen we zeggen dat MS een erfelijk karakter heeft, al is dat wel vrij complex en bestaat het eerder uit een verhoogde vatbaarheid op het ontwikkelen van deze ziekte. Die verhoogde vatbaarheid wordt vooral bepaald door variaties in genen die verantwoordelijk zijn voor de werking van het immuunsysteem. Naast het erfelijke karakter van de ziekte is het minstens even belangrijk om de rol van de beïnvloedbare factoren zoals een gezonde levensstijl, vitamine D, roken en beweging niet uit het oog te verliezen.  

 

Dr. Maarten Dewil, MS-neuroloog Imeldaziekenhuis & redactielid MS-Link